Vous êtes ici dans un espace créé et géré par le site Garage de poche.
Ces pages sont réservées aux internautes qui ont envie de faire découvrir leurs collections ou des modèles qu'ils trouvent dignes d'être contemplés sur le web.



Juin 2019 la Société des automobiles André Citroën aura 100 ans.
Nous ne vivrons qu’une seule fois un tel anniversaire, c’est pourquoi Garage de poche fête cet événement.
In juni 2019 het bedrijf(Maatschappij) van automobiles André Citroën zal 100 jaar oud.
Wij zullen alleen live slechts eenmaal een dergelijk verjaardag(verjaardag), daarom Garage van pocket viert dit evenement.


100 ans de Citroën en miniature

100 jaar Citroën in miniatuur

PAGE PRÉCÉDENTE VORIGE PAGINA PREVIOUS PAGE

1970 - 1995

51-1970 Citroën M35
Universal Hobbies  1/43
En 1966 Citroën s’associe avec NSU pour fonder la société Comotor ayant pour but le développement d’un moteur à pistons rotatifs système Wankel. Afin de tester ce moteur Citroën confie la construction d’un modèle expérimental, la M35 en 500 exemplaires à Heuliez. La voiture se présente sous la forme d’un coupé dont l’allure générale la fait ressembler à l’AMI 8. Outre un moteur rotatif de 995 cm3 d’une puissance 49 cv la voiture est équipée d’une suspension hydropneumatique. Seulement 267 exemplaires seront produits, vendus à des clients de Citroën sélectionnés selon différents critères mais tous roulant au moins 60.000 km par an.
In 1966 sticht Citroën in samenwerking met NSU het bedrijf Comotor met het doel de ontwikkeling van de Wankel rotatiemotor. Om deze motor te testen geeft Citroën Heuliez opdracht om 500  exemplaren van een experimentele auto, de M35, te ontwikkelen.
De auto is een coupé waarvan de lijnen op die van de AMI 8 lijken. Naast een rotatiemotor van 995 cm3 is de auto uitgerust met een hydropneumatische vering. Slechts 267 kopieën werden geproduceerd en verkocht aan geselecteerde Citroën klanten die elk minsten 60.000 km per jaar moest rijden.

In 1966 Citroën joined forces with NSU to found the company Comotor for the development of a Wankel system rotary piston engine. In order to test this Citroën engine, Heuliez was commissioned to build an experimental model, the M35 in 500 units. The car comes in the form of a coupé whose overall appearance makes it look like the AMI 8. Besides a 995 cm3 rotary engine with a 49 hp power the car is equipped with a hydropneumatic suspension. Only 267 copies will be produced, sold to Citroën customers selected according to different criteria but all driving at least 60,000 km per year.
52-1970 Citroën SM
Minichamps 1/43
Pendant le salon de l’automobile de Genève 1970 Citroën présente la SM, un coupé luxueux avec un moteur V6 de 2.670 cm3 développant 150cv conçu en collaboration avec Maserati. La voiture est une vitrine technologique et présente de multiples innovations, dont entre autre sa direction assistée selon la vitesse de la voiture et le rayon de braquage mais surtout son rappel asservi faisant revenir les roues en position droite automatiquement.
La SM sera régulièrement améliorée dans les années suivantes régulièrement améliorée mais la crise du pétrole de 1973 mettra prématurément fin à sa carrière dès 1975.
Tijdens de Autosalon van Genève 1970 presenteert Citroën de SM, een luxe coupé met een V6 motor van 2.670 cm³. Deze motor leverde 150 pk en was in samenwerking met Maserati ontwikkeld. De auto is uitgerust met allerlei technologische innovaties, waarvan een stuurbekrachtiging welke zich automatisch aanpast aan de snelheid van de auto en de draaihoek van de wielen. Als men het stuur loslaat komen de wielen automatisch weer in rechte stand.
De SM werd in de daarop volgende jaren regelmatig verbeterd, maar de oliecrisis van 1973 maakte een voortijdig einde aan haar succes en de productie hield op in 1975.

 During the Geneva Motor Show 1970 Citroën presents the SM, a luxury coupe with a 2.670 cm³ V6 engine developing 150 hp designed in collaboration with Maserati. The car is a technological showcase and presents multiple innovations, of which between its the power steering according to the speed of the car and the turning radius but above all its controlled recall making the wheels return to the right position automatically.
The SM will be steadily improved in the following years but the oil crisis of 1973 will put an early end to its career in  1975


Source /bron : Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur
Voir aussi / zie ook / see also :
http://garagedepoche10.blogspot.com/2010/04/la-vitrine-technologique.html

53-1971 Citroën GS
Ixo models 1/43
La GS est la grande nouveauté Citroën en 1971. Cette voiture vient enfin combler le gouffre entre les « petites » 2CV, Dyane et Ami 8 et les « grosses » ID et DS. La GS se différencie techniquement de la concurrence avec son moteur Boxer à 4 cylindres et sa suspension hydropneumatique.
La voiture est sacrée « voiture de l’année» à une majorité écrasante. Pour fêter cet événement 150 GS seront décorées des drapeaux des 12 pays faisant alors partie du jury. Par la suite toutes voitures seront repeintes et vendues.
De GS is het grote nieuws van Citroën in 1971. Deze auto komt eindelijk de kloof tussen de 'kleine' 2CV, Dyane en AMI 8 en 'grote' ID en DS dichten. De GS verschilt technisch flink van de concurrentie met zijn Boxer 4 cilinders motor en hydropneumatische vering.  De auto werd met een overweldigende meerderheid gekozen als 'auto van het jaar'. Om dit te vieren werden 150 GS versierd met de vlaggen van de 12 landen die toen leden van de jury waren. Na een tijdje werden alle auto’s overgespoten en verkocht. 
 The GS is the very important news Citroën in 1971. This car finally fills the gap between the “small” 2CV, Dyane and Ami 8 and the “big” IDs and DS. The GS is technically different from the other cars in his class with its 4-cylinder Boxer engine and hydro pneumatic suspension.
The car is crowned “car of the year” by an overwhelming majority. To celebrate this event 150 GS decorated with flags of the 12 countries then part of the jury. Afterwards all cars will be repainted and sold.


Source /bron : http://clubgsafrance.fr/
Video: https://youtu.be/TTzblFIMEcs
Voir aussi / zie ook / see also :
        http://garagedepoche1.blogspot.com/2011/11/le-chainon-manquant.html
54-1973 Citroën DS 23
Norev 1/43
 La DS 21 disparait en 1973 et fait place à la DS 23 qui a un moteur de 2,3 litres de 141 cv. La puissance n’augmente pas beaucoup mais ce nouveau moteur est plus souple et offre de meilleures reprises. . Extérieurement la DS ne change pas.
Une version luxueuse, la DS Pallas Prestige est livrable sur commande spéciale.
De DS 21 verdwijnt in 1973 en maakt plaats voor de DS 23 welke een 2.3-liter 141 pk sterke motor heeft. Het vermogen neemt nauwelijks toe , maar deze motor is biedt betere acceleraties. Het uiterlijk van de DS verandert verder niet.
Een luxe versie, de DS Pallas Prestige is verkrijgbaar op speciale bestelling.

The DS 21 disappeared in 1973 and is replaced by the DS 23 which has a 2.3 liter engine with 141 hp. The power does not increase much but this new.is more flexible.  Externally the DS does not change.
A luxurious version, the DS Pallas Prestige is available on special order.


Source /bron :  Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur

55-1974 Citroën GS Birotor
Universal Hobbies 1/43
Le moteur rotatif offre comme avantage d’utiliser moins de pièces qu’un moteur conventionnel et provoque donc moins de vibrations. Aussi ce moteur est plus silencieux.
Encouragé par les résultats concluants de l’expérience de la M35, Citroën lance la GS Birotor en 1974. Cette GS partage son moteur avec la NSU Ro 80 et a une carrosserie légèrement modifiée se avec des passages de roues plus grands et élargis.
La première crise pétrolière mettra prématurément un terme à la carrière de cette auto à cause de la consommation élevée de son moteur. La GS birotor disparaît du catalogue Citroën dès 1975.
De rotatiemotor  biedt het voordeel van het gebruik van minder onderdelen dan een conventionele motor en veroorzaakt minder trillingen. Deze motor is dan ook stiller
Aangemoedigd door de succesvolle ervaring van de M35, lanceerde Citroën de GS-Birotor in 1974. Deze GS deelt zijn motor met de NSU Ro 800 en heeft een enigszins gewijzigde carrosserie met grotere en bredere wielkasten.
De eerste oliecrisis zal voortijdig een einde maken aan de carrière van deze auto vanwege de hoge consumptie van de motor. De GS-birotor verdwijnt al in 1975 uit de catalogus van de Citroën.

The advantage of the rotary motor is that it uses fewer parts than a conventional engine and therefore causes less vibration. Also this engine is quieter.
Encouraged by the conclusive results of the M35 experiment, Citroën launched the GS Birotor in 1974. This GS shares its engine with the NSU Ro 800 and has a slightly modified body with larger and wider wheel passages.
The first oil crisis will put an early end to the career of this car because of the high consumption of its engine. The GS birotor disappeared from the Citroën catalogue in 1975.


Source /bron : Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur

56-1972 Citroën GS break
Universal Hobbies 1/43
Un an après la berline apparait la GS break en deux et quatre portes. Les versions à deux portes ont une vocation plus utilitaire que le break à quatre portes.
Le break reprend les finitions de la berline « confort »et « club ».
Le moteur est un quatre cylindres à plat de 1.015 cm3 développant 55cv
La GS , devenue GSA en 1980,sera produite jusqu’en 1984.
Een jaar na de sedan verschijnt de GS station wagon in twee- en vierdeurs varianten. De tweedeursversies zijn bedrijfsuitvoeringen terwijl de vierdeurs stationwagen een echte familie auto is.
De stationwagen heeft dezelfde afwerkingen als de sedan: 'comfort' en 'club'.  De motor is een vier cilinder boxermotor van 1,015 cm3 met 55pk.
De GS, GSA geworden in 1980, zal worden geproduceerd tot 1984.

One year after the sedan, the GS station wagon appears in two and four doors. The two-door versions are more utilitarian than the four-door station wagon.
The station wagon takes over the finishes of the sedan «comfort» and «club».
The engine is a 1.015 cm3 flat four-cylinder developing 55cv
The GS, which became GSA in 1980, will be produced until 1984.


Source /bron : Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur
Voir aussi / zie ook / see also :
http://garagedepoche1.blogspot.com/2013/01/3-gs-break-1975.html

57- 1975 Citroën CX
Dinky Toys 1/43
Tandis que la DS est encore, pour une courte période, en production, la CX apparaît en 1975 avec la lourde tâche de remplacer ce vaisseau amiral de Citroën.
Elle doit son nom à son aérodynamisme poussé avec un coefficient de pénétration dans l’air (CX) de 0,36. La CX se distingue aussi à d’autres détails comme son éssuie glace unique , sa lunette arrière concave et son tableau de bord futuriste à lecture directe.
Sous le capot on retrouve les moteurs améliorés des anciennes DS 20 et D Super.
La CX est le tout dernier modèle développé avant le rachat de la marque par Peugeot.
Terwijl de DS nog steeds, maar voor korte tijd, in productie is, krijgt de Citroën CX in 1975 de zware taak de DS, het vlaggenschip van Citroën, te vervangen.
De naam van deze auto wordt ontleed aan de lage CD-waarde (CX in het Frans) die slechts 0,36 bedroeg. De CX onderscheidt zich door haar druppelvormige vorm, maar ook door aparte details zoals een enkele ruitenwisser voor, een concave achterruit en een futuristisch dashboard met directe leesfunctie.
Onder de motorkap vinden we de verbeterde motoren van de DS 20 en D Super. De CX is het laatste nieuwste model ontwikkeld voor de overname van het merk door Peugeot.

While the DS is still, for a short period, in production, the CX appears in 1975 with the heavy task of replacing this flagship of Citroën.
It owes its name to its advanced aerodynamics with an air penetration coefficient (CX) of 0.36. The CX also stands out in other details such as its unique lens, concave rear window and futuristic direct-read instrument panel.
Under the hood are the improved engines of the old DS 20 and D Super.
The CX is the latest model developed before the acquisition of the brand by Peugeot.


Source /bron : Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur
Video : https://www.youtube.com/watch?v=Ar-qqKs_usM
Voir aussi / zie ook / see also :
http://garagedepoche10.blogspot.com/2010/04/la-derniere-vraie-citroen.html

58- 1976 Citroën 2CV Spot
Universal Hobbies 1/43
Citroën a toujours été précurseur en matière commerciale et publicitaire, surtout du temps d’André Citroën qui fit illuminer la tour Eiffel de son nom. On appellerait cela du marketing aujourd’hui. C’est bien dans cette tradition que s’inscrit la 2CV SPOT. Cette série limité, à une près la toute première en Europe, est sortie non seulement pour célébrer les 5 millions de 2CV produites mais aussi relancer les ventes de cette auto qui baissent inexorablement.
La décoration de la voiture est imaginée par le jeune styliste Serge Gevin. La voiture est bicolore et très typée années 70 avec sa couleur orange, alors très à la mode et blanche. La capote est orange et l’intérieur rayé blanc et orange. Une toile rayée recouvre les places avant pour les protéger du soleil lorsque le toit est ouvert.
Les 1800 exemplaires produits ont été vendus en 3 jours.
Ce succès se poursuivra avec encore de nombreuses séries limitées sur la base de la 2CV.
Citroën is altijd een pionier op het commerciële en reclamegebied, met name tijdens André Citroen’s tijd. Hij liet de Eiffeltoren met zijn naam oplichten. Wij noemen het marketing. De 2CV Spot hoort bij deze traditie. Deze beperkte reeks, op een na de eerste in Europa, wordt uitgebracht niet alleen om de 5 miljoenste 2CV te vieren maar ook het verkoop van deze auto, die onverbiddelijk zakt, te stimuleren
De decoratie van de auto is bedacht door de jonge ontwerper Serge Gevin. De auto is tweekleurig en zeer typisch jaren ' 70 met haar, toen zeer modieuze, oranje kleur en wit. De soft top is oranje en het interieur wit en oranje gestreept. Een gestreepte canvas biedt bescherming voor de zon op de voorstoelen wanneer het dak geopend is.
De 1800 geproduceerde exemplaren werden in 3 dagen verkocht. Dit succes zal blijven met nog vele beperkte series op basis van de 2CV.

Citroën has always been a forerunner in commercial and advertising matters, especially during the time of André Citroën who made the Eiffel Tower light up with his name. This would be called marketing today. It is in this tradition that the 2CV SPOT fits in. This limited series, almost the first in Europe, came out not only to celebrate the 5 million 2CV produced but also to revive the sales of this car that are inexorably decreasing.
The decoration of the car is designed by the young designer Serge Gevin. The car is two-tone and very typed 70s with its orange color, then very fashionable and white. The top is orange and the inside is striped white and orange. A striped canvas covers the front seats to protect them from the sun when the roof is open.
The 1800 copies produced were sold in 3 days.
This success will continue with many others limited series based on the 2CV


Source /bron : 2CV l’amie de toujours Thibaut Amant ëdition E.T.A.I.
Voir aussi / zie ook / see also :
http://garagedepoche4.blogspot.com/2009/01/11-2cv-spot-1976.html
http://garagedepoche10.blogspot.com/2010/04/les-couleurs-du-succes.html
59- 1977 Citroën LN
Universal Hobbies 1/43
Les déboires de la SM et de la GS birotor ont mis à mal la situation financière de Citroën, De Plus Michelin son actionnaire principal veut se désengager pour ce recentrer sur ses propres activités. Michelin conclut donc un accord avec Peugeot qui reprend la marque tout en promettant de respecter son identité.
Ainsi naquit en 1976 la Citroën LN, mariage d’une carrosserie de coupé 104 avec une mécanique de Dyane. Ceci permit à Citroën d’être très vite présent sur le segment des petites citadines et à moindres coûts.
Symbole du nouveau partenariat entre Citroën et Peugeot, la LN se révélera comme étant une voiture homogène et connut, après avoir été quelque peu boudée par le public, un certain succès.
In de eerste helft van de jaren 70 is de financiële situatie van Citroën diep aangetast door de tegenvallers van de SM en de GS Birotor die zwaar last hebben gehad van de eerste oliecrisis. Bovendien wil hoofdaandeelhouder Michelin zich concentreren op zijn eigen activiteiten en zich terugtrekken. Michelin bereikt dus een overeenkomst met Peugeot die de belangen van Michelin overneemt en belooft om de identiteit van Citroën te handhaven. .
Zo ontstond de Citroën LN in 1976 als huwelijk van een Peugeot 104 coupé carrosserie met een Citroën Dyane mechanica. Met deze nieuwe auto kon Citroën met weinig ontwikkelingskosten een model hebben in de categorie van de kleine stedelijke auto’s.
Symbool van het nieuwe partnerschap tussen Citroën en Peugeot toont de LN zich als een homogene auto en had, na een moeilijke start, een zeker succes.

 The misfortunes of the SM and the Burotor GS have undermined the financial situation of Citroën, and Michelin is the main shareholder who wants to withdraw in order to refocus on its own activities. Michelin thus concluded an agreement with Peugeot which takes over the brand while promising to respect its identity.
In 1976, the Citroën LN was born, a combination of a 104 coupe body and a Dyane mechanic. This allowed Citroën to be very quickly present in the segment of small cars for the city and at lower costs.
As a symbol of the new partnership between Citroën and Peugeot, the LN will prove to be a homogeneous car and, after being somewhat ignored by the public, will enjoy some success.


Source /bron : Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur
Voir aussi / zie ook / see also :
http://garagedepoche1.blogspot.com/2009/04/ravaudage.html
60- 19787 Citroën CX 2400 Prestige
Universal Hobbies 1978
 La CX prestige est apparue en 1976 dotée du moteur de la DS 23. Cette limousine de luxe est 25cm plus longue que la berline normale qui lui donne une habilité exceptionnelle à l’arrière,
En 1978 la CX prestige est encore améliorée, toit devient plus haut ce qui agrandit encore plus son habitacle. Elle reçoit aussi le moteur de la 2400 avec une injection. Forte de 128 cv la voiture atteint 190km/h.
De CX prestige verscheen in 1976 uitgerust met de DS 23 motor. Deze luxe limousine is 25cm langer dan de normale sedan, waarmee het een uitzonderlijke ruimte biedt aan achterpassagiers.
In 1978 wordt de CX prestige verder verbeterd. Het dak wordt is verhoogd waardoor de binnenruimte nog ruimer werd. De auto werd ook uitgerust met een 2,4l injectie motor. Met 128 pk bereikt deze luxe CX 190 km/u.

 The CX prestige appeared in 1976 with the DS 23 engine. This luxury limousine is 25cm longer than the normal sedan that gives it an exceptional ability at the rear seats,
In 1978 the CX prestige is further improved. The roof becomes higher which further enlarges its interior. It also receives the engine of the 2400 with an injection. Strong of 128 hp the car reaches 190km/h.


Source /bron : Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur

61- 1978 Citroën Acadiane
Universal Hobbies 1/43
Au fils des ans la CV fourgonnette avait suivi les évolutions de la 2CV et la dernière AK 400 des années 70 n’avait plus grand-chose en commun avec la petite 2 CV AU de 1951.
Pour faire face à une concurrence de plus en plus ardue, la fourgonnette AK 400 est remplacée en 1978 par l’Acadiane, contraction phonétique de AK et Dyane. Cette nouvelle venue reprend la partie arrière de l’AK 400, légèrement modernisée mais combiné avec un avant de Dyane.
L’Acadiane a une charge utile plus importante que l’AK 400 dont la production sera arrêtée.
Cette fourgonnette est la  dernière fourgonnette Citroën avec un moteur bicylindre et  reste produite jusqu’en 1988. Elle ne sera pas vraiment remplacée car la C15 sur base visa avait un moteur 4 cylindres et une charge utile beaucoup plus élevée.
 Door de jaren heen had de besteleend de evolutie van de 2CV gevolgd. De laatste AK 400 had nog maar weinig gemeen met de kleine 2CV AU uit 1951.
Om de steeds hardere concurrentie aan te kunnen wordt de ultieme besteleend, de AK 400, in 1978 vervangen door de Acadiane, een fonetische samentrekking van AK en Dyane. Deze nieuwe auto neemt het achterste deel van de AK 400 over, enigszins gemoderniseerd, maar in combinatie met de voorkant van de Citroën Dyane
De Acadiane heeft een zwaarder laadvermogen dan de AK 400 waarvan de productie zal worden stopgezet. Deze bestelwagen is de  laatste Citroën bestelwagen met een tweecilinder motor en werd gemaakt tot in 1988.
De wagen zal niet echt worden vervangen omdat de C15 gebaseerd  is op de Visa en een motor 4 cilinders en een veel hoger laadvermogen had.

 Over the years the CV van had followed the evolution of the 2CV and the last AK 400 of the 70s no longer had much in common with the small 2 CV AU of 1951.
To cope with increasingly difficult competition, the AK 400 van was replaced in 1978 by the Acadiane, a phonetic contraction of AK and Dyane. This new addition takes over the rear of the AK 400, slightly modernized but combined with a front from Dyane.
The Acadiane has a greater payload than the AK 400, whose production will be stopped.
This van is the last Citroën van with a twin-cylinder engine still produced until 1988. It will not really be replaced because the visa-based C15 had a 4-cylinder engine and a.


Source /bron : http://www.eendekooi.nl/modelhistorie/dyane-acadiane/
http://www.citroenorigins.nl/nl/autos/acadiane
Voir aussi / zie ook / see also :
http://garagedepoche4.blogspot.com/2009/04/voir-de-loin.html

62- 1979 Citroën Visa Club
Universal Hobbies 1/43
 La Visa est officiellement présentée en 1978, 30 ans après la 2 cv, comme modèle année 1979. Si les moteurs des versions de base, Spécial et Club sont des bicylindres de 652 cm3 d’origine Citroën, le moteur de la version Super est le 1124 cm3 de la Peugeot 104. D’ailleurs la Visa emprunte à la 104 aussi son châssis et sa suspensions. Le reste de la voiture est un pur produit Citroën avec un pare-brise très incliné et un seul essuie glace. A l’intérieur un « satellite PRN» regroupe toutes les commandes phares et clignotant. A l’avant le pare choc englobe aussi la calandre.
De Citroën Visa werd officieel gepresenteerd in 1978, 30 jaar na de 2 cv, met als model bouwjaar 1979. De basisvarianten, “Spéciale” en “Club” hebben een tweecilinder Citroën motor van 652 cm3, maar de duurdere versie “Super” heeft de 4 cilinder motor van 1124 cm3 van de Peugeot 104. De Visa gebruikt ook het chassis en de vering van de Peugeot 104. De rest van de auto is een puur product van Citroën met een zeer schuine voorruit en een enkele ruitenwisser. Binnen zijn alle knopjes voor de lichten en richtingaanwijzers samengevoegd in een  'satelliet PRN" naast het stuur en deze kan worden bedien zonder los te laten. De voorbumper  en de grille vormen een geheel..
The Visa was officially presented in 1978, 30 years after the 2CV, as a model year 1979. If the engines of the basic, Special and Club versions are 652 cm3 twin-cylinder of Citroën, the engine of the Super version is the 1124 cm3 of the Peugeot 104. Moreover, the Visa borrows from the 104 also its chassis and suspensions. The rest of the car is a pure Citroën product with a very inclined windscreen and a single windscreen wiper. Inside, a "PRN satellite" includes all the headlights and the straight indicators controls. At the front, the bumper includes also the grille.

Source /bron : Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur

63- 1980 Citroën Méhari 4X4
Norev 1/43
De part sa conception et légèreté, la Méhari 4X2 passait presque partout. Avec l’arrivée de la version 4X4 elle devient une vraie voiture tous terrains capable vraiment de passer partout.
Elle se reconnaît à sa roue de secours placée sur le capot moteur et à ses pare-chocs renforcés de tubulures. Trois leviers sortent du tableau de bord, un pour les vitesses, l’autre pour enclencher le pont arrière et le troisième pour le réducteur. La Méhari 4x4 est équipé d'une boîte de vitesses avec réducteur (4 vitesses normales et 3 vitesses avec réducteur) ce qui lui permettait de grimper des pentes jusqu'à 60 %. C’était à l’époque un des rares 4X4 à 4 roues indépendantes.
La production de Méhari 4x4 fût stoppée en 1983 après seulement 1273 exemplaires.
Door zijn ontwerp en lichtgewicht kon de normale (4 X 2) Méhari bijna overal gaan. Met de komst van de 4 x 4-versie wordt ze een echte terreinauto die echt overal kon gaan. De Mehari 4x4 is herkenbaar door zijn reservewiel op de motorkap van de motor en de met buizen versterkte bumpers. Drie poken steken uit het dashboard, een voor de versnellingen, een voor de transmissie achter en de derde voor de reduceer. De Méhari 4 x 4 is uitgerust met een versnellingsbak met 4 normale snelheden en 3 gereduceerde versnellingen en had hiermee de mogelijkheid hellingen tot 60%. te beklimmen. Het was destijds een van de zeldzame 4 x 4 met 4 onafhankelijke wielen. 
De productie van de Méhari 4x4  werd stopgezet eind 1983 na slechts 1273 exemplaren.

Due to its design and lightness, the Méhari 4X2 passed almost everywhere. With the arrival of the 4X4 version it becomes a real all-terrain car that can really go anywhere.
It is recognizable by its spare wheel on the engine cover and its bumpers reinforced with manifolds. Three levers emerge from the instrument panel, one for the gearbox, the other for the afterdeck and the third for the reducer. The Méhari 4x4 is equipped with a gearbox with reducer (4 normal and 3 gears with reducer) which allowed it to climb slopes up to 60%. It was at the time one of the few 4X4 with 4 independent wheels.
The production of Méhari 4x4 was stopped in 1983 after only 1273 examples.


Video : https://youtu.be/lPdOyzrfevo
Voir aussi / zie ook / see also :
http://garagedepoche1.blogspot.com/2013/06/un-gros-jouet-champetre.html
Source /bron : Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur

64- 1981 Citroën 2CV Charleston 
Minichamps 1/43
Cinq ans après le succès de la 2CV Spot Citroën présente une nouvelle série limitée sur la base de la 2CV : la Charleston. La décoration bicolore rappelle les voitures des années trente et souligne à merveille les courbures de la carrosserie de la 2CV complètement obsolète en 1981 avec ses ailes dépassant de la carrosserie.
Le succès se transforme en triomphe et la demande est si forte que, fait unique, cette série spéciale sera intégrée dans la gamme 2CV et restera produite jusqu’en 1990 en profitant des améliorations de la gamme régulière mais aussi quelques menues simplifications de la décoration.
 Vijf jaar na het succes van de 2CV Spot presenteert Citroën een nieuwe beperkte reeks op basis van de 2CV: de Charleston. De tweekleurige decoratie herinnert aan de auto's van de jaren dertig en belicht perfect de volkomen verouderde curven van de carrosserie van de 2CV in 1981 met de spatborden los van de carrosserie.
Het succes wordt een triomf. Daarom besloot Citroën om de Charleston op de nemen in haar reguliere programma, wat een unicum blijft. De Charleston werd door de jaren heen aangepast en ook aangeboden in geel en zwart, welke combinatie werd vervangen door twee tinten grijs.


Five years after the success of the 2CV Spot Citroën presents a new limited series based on the 2CV: the Charleston. The two-tone decoration recalls the cars of the thirties and wonderfully highlights the curves of the 2CV bodyshell completely obsolete in 1981 with its wings protruding from the bodyshell.
The Success turns into triumph and the demand is so strong that, unique fact, this special series will be integrated into the 2CV range and will remain produced until 1990 taking advantage of the improvements of the regular range but also some small simplifications of the decoration.


Source /bron : 2CV l’amie de toujours Thibaut Amant ëdition E.T.A.I.
Voir aussi / zie ook / see also :
http://garagedepoche4.blogspot.com/2009/01/12-2cv-charleston-1980-90.html
Video:https://youtu.be/lVzJYRte1vU

65-1981 Citroën Visa II
Universal Hobbies 1/43
 L’esthétique de la Visa ne faisait pas l’unanimité et à peine deux ans après son introduction, Citroën est obligé de modifier l’aspect de la voiture. La calandre redevient plus conventionnelle, les pare-choc sont redessinés ainsi que le couvercle de coffre. Une bande noire entoure le pare brise et l’agrandit optiquement.
La Visa II a les mêmes moteurs que la Visa I soit le bicylindre 652 cm3 avec les finitions « Spécial »et « Club »soit le 1124cm3 avec les finitions « Super E »et « Super X ».
 De esthetiek van de Visa viel niet echt in de smaak van het publiek en nauwelijks twee jaar na de invoering van dit model is Citroën gedwongen om het uiterlijk van de auto te wijzigen. De voorgrille wordt meer conventioneel en de bumpers zijn herontworpen evenals de kofferklep. Een zwarte band rondom de voorruit maakt de ruit optisch groter.
De Visa-II heeft dezelfde motoren de Visa I, de twee cilinder motor van 652 cm3 voor de 'Spécial' en de 'Club' uitvoeringen en een 4 cilinders motor van 1124cm 3 voor de 'Super E' en 'Super X' uitvoeringen.

 The aesthetics of the Visa were not unanimous, and just two years after its introduction, Citroën was forced to change the appearance of the car. The grille is becoming more conventional, the bumpers are redesigned as well as the trunk lid. A black band surrounds the windscreen and optically enlarges it.
The Visa II has the same engines as the Visa I: the 652 cm3 twin-cylinder with the "Special" and "Club" finishes of 1124cm3 with the "Super E" and "Super X" finishes.


Source /bron : Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur

66-1982 Citroën CX Break
Minichamps 1/43
 Le break CX avait été introduit dès 1976 et bénéficiait des mêmes moteurs et finitions que la berline.
En 1982 toutes les CX reçoivent des ailes avants élargies pour laisser passer les nouveaux pneus 190TRX « taille basse » équipant la version 2400.
Le Break CX faisait presque 5 mètres de long et la version la plus puissante était le 2,5 litres diesel Turbo.
 De CX break werd in 1976 geïntroduceerd en had dezelfde motoren en uitvoeringen als de sedan.
In 1982 ontvangen alle CX uitgebreide voorspatborden vanwege  de nieuwe banden (190TRX) die standaard worden gemonteerd op de uitvoering 2400GTI.
De CX Break was bijna 5 meter lang en de krachtigere versie was de 2.5 l Turbo diesel.

 The CX wagon was introduced in 1976 and had the same engines and finishes as the sedan.
In 1982 all CXs received extended front wings to let pass the new 190TRX «low size» tires of the 2400 version.
The Break CX was almost 5 meters long and the most powerful version was the 2.5 liter Turbo diesel.


Source /bron : Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur

67-1982 Citroën BX
Norev 1/43
Présentée en octobre 1982, la BX s’intercale entre la CX et la GSA sans vraiment remplacer celle-ci qui restera encore en production pendant 5 ans.
Après le départ du styliste Robert Opron qui avait dessiné la SM, Citroën fait appel pour la première fois à un styliste extérieur et c’est Marcello Gandini de chez Bertone qui dessinera la BX. Les lignes droites et acérées de la voiture sont en contraste avec les lignes arrondies des modèles précédents.
La BX est bien sûr équipée de la suspension hydropneumatique mais innove aussi par l’usage de matériaux composites pour sa carrosserie. La capot moteur, toit et couvercle de coffre sont en fibre de verre enrobées de polyester. Les versions les plus luxueuses ont une troisième vitre latérale. Celle-ci est en polycarbonate, une matière synthétique plus légère et plus résistante que le verre.
 In oktober 1982 werd de BX gepresenteerd, die past tussen de CS en de GSA maar ze niet vervangt. De GSA zal nog jaren in productie blijven. Na het vertrek van de stylist Robert Opron,  ie de SM had getekend, doet  Citroën voor de eerste keer een beroep op een externe ontwerper. Marcello Gandini van Bertone tekent dus de carrosserie van de BX met rechte en scherpe lijnen die eg contrasteren met de glooiende lijnen van de modellen uit de jaren 70.
De BX is natuurlijk uitgerust met de hydropneumatische vering, maar innoveert ook door de toepassing van  composietmaterialen voor sommige carrosserieonderdelen. De motorkap, het dak en kofferbakdeksel zijn van glasvezelgecoate polyester. De meest luxueuze versies hebben een derde zijruit. Het is van policarbonaat, een kunststof lichter en sterker dan glas.

 Presented in October 1982, the BX is inserted between the CX and the GSA without really replacing it, which will remain in production for 4 years.
After the departure of the stylist Robert Opron who had drawn the SM, Citroën called for the first time an outside stylist and Marcello Gandini from Bertone will draw the BX. The straight and sharp lines of the car contrast with the rounded lines of the previous models.
The BX is of course equipped with the hydropneumatic suspension but also innovates by the use of composite materials for its body. The engine cover, roof and trunk cover are made of fibreglass coated polyester. The most luxurious versions have a third side window. This one is made of polycarbonate, a synthetic material lighter and stronger than glass.


Source /bron :     Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur
https://minute-auto.fr/guide/voitures-anciennes/citroen-bx
68-1984 Citroën Visa II Découvrable
Universal Hobbies 1/43
La Visa découvrable est présentée en février 1983 et ne sera commercialisée que pendant deux ans de 1984 à 1986. Cette Visa fut conçue et fabriquée par Heuliez. C’est la plus rare de toutes les Visa car il n’y en eut seulement 2633 de fabriquées.
En 1985 toutes les Visa reçoivent des commandes de phares et clignotant plus conventionnelles, la découvrable n’échappe pas à la règle.
Bien pratique sur une voiture décapotable, la boite à gants fermant à clé n’était disponible qu’en option.
 De Visa “décapotable” werd in februari 1983 gepresenteerd en werd slechts gedurende twee jaar, vanaf 1984 tot 1986, verkocht. Deze Visa was ontworpen en gefabriceerd door Heuliez. Het is de zeldzaamste van alle Visa’s, want er zijn er slechts 2633 van vervaardigd.
In 1985 kregen alle Visa conventionele stengels om de knipperlichten en koplampen te bedienen en deze cabriolet is geen uitzondering op de regel. Hoewel het best handig is in een open auto, is het afsluitbare handschoenenkastje alleen beschikbaar als extra optie. 

 The convertible Visa was introduced in February 1983 and will be marketed for only two years from 1984 to 1986. This Visa was designed and manufactured by Heuliez. It is the rarest of all Visa because there were only 2633 manufactured.
In 1985 all the Visa receive orders of headlights and flashing more conventional, the convertible does not escape the rule.
Convenient on a convertible car, the lockable glove compartment was only available as an option.


Source /bron :Toutes Les Citroën René Bellu  Jean Pierre Delville éditeur
Autoweek Classiscs nr 6 06/2019

69-1986 Citroën CX 25 GTI turbo II
Universal Hobbies 1/43
 Cette CX est au sommet de la gamme des CX. Avec son moteur de 2500 cm3 développant 168 cv elle atteint les 220km/h.  Elle se distingue des autres CX par son aileron arrière. L’équipement de la voiture est très complet , avec entre autre un ABS en série, ce qui justifie son prix élevé de 185.000ff
Cependant la plus vendue des CX reste le modèle diesel.
 Deze CX 25 GTI turbo II is aan de top van het CX-gamma. Met zijn motor van 2500 cm3 en 168 cv haalt de auto  220 km/u. De auto verschilt van de andere CX’en door zijn achtervleugel. De uitrusting van de auto is zeer compleet, met onder andere een standaard ABS  wat zijn hoge prijs van 185.000 Franse Francs rechtvaardigt. Maar de best verkopende van alle CX’en waren de modellen met een diesel motor.
 This CX is at the top of the CX range. With its 2500 cm3 engine developing 168 hp it reaches 220km/h.  It is distinguished from other CX by its rear fin. The car’s equipment is very complete , with among other things a series ABS, which justifies are high price of 185.000 ff
However the most sold of the CX remains the diesel models.


Source /bron : L’auto Journal 09/1988
Vidéo réclame CX 25 GTI turbo II https://youtu.be/57OO9EGgdtg

70-1987 Citroën C25
Universal Hobbies 1/43
 Le C25 remplace en fait le Type H dont la production a été stoppé en 1981 Tout comme le C35 il est fabriqué en collaboration avec Fiat dans l’usine Sevel de Val di Sangro. Là il est fabriqué comme Citroën C25, Peugeot J5, Fiat Ducato et Alfa Romeo AR6 pour l’Italie et enfin comme Talbot Express pour la grande Bretagne.
Le C25 à une charge utile de 2,5 tonnes d’où son nom C25.
Il existait une version longue ou courte et les tout premiers modèles avaient deux portes latérales battantes qui seront remplacées par une porte coulissante.
Les versions essence utilisaient le moteur de la Peugeot 504 et les version diesel celui de la Citroën CX.
Une version 4X4 préparée chez Dangel était aussi disponible ainsi qu’une version électrique..
 De C25 vervangt het Type H, waarvan de productie werd stopgezet eind 1981. Net zoals de C35 is de C25 gemaakt in samenwerking met Fiat in de fabriek van Sevel Val di Sangro. Daar is de auto vervaardigd als Citroën C25 en Peugeot J5, Fiat Ducato en  Alfa Romeo AR6 voor Italië, en ten slotte als Talbot Express voor Groot-Brittannië.
De C25 had een laadvermogen van 2,5 ton,  vanwaar de naam C25. Hij bestond in een lange of korte versie en de eerste modellen hadden twee scharnierende zijdeuren, die later zullen worden vervangen door een schuifdeur.
Benzineversies gebruikten de motor van de Peugeot 504 en de dieselversies die van de Citroën CX.
Een 4X4 versie door Dangel gemaakt was ook beschikbaar evenals een elektrisch aangedreven model.

 The C25 replaces in fact the Type H whose production was stopped in 1981 Just like the C35 it is manufactured in collaboration with Fiat in the Sevel factory of Val di Sangro. There it is manufactured as Citroën C25, Peugeot J5, Fiat Ducato and Alfa Romeo AR6 for Italy and finally as Talbot Express for Great Britain.
The C25 has a payload of 2.5 tonnes, hence its name C25.
There was a long or short version and the very first models had two hinged side doors which will be replaced by a sliding door.
The petrol versions used the Peugeot 504 engine and the diesel version of the Citroën CX.
A 4X4 version prepared by Dangel was also available as well as an electric version.


Source /bron : https://fr.wikipedia.org/wiki/Citro%C3%ABn_C25_-_Peugeot_J5_-_Talbot_Express_-_Fiat_Ducato_I

71-1987 Citroën AX
Universal Hobbies 1/43
 Avec l’AX qui remplace la LNA les petites citadines de Citroën renouent avec l’identité de la marque. Pourtant les premiers mois sont difficiles car les ventes restent faibles mais le choix entre trois moteurs de 950, 1100 et 1360 cm3 ainsi que la version sport ravivent les ventes tout comme une campagne de publicité osée.
En 1988 l’AX sera aussi disponible avec une carrosserie 4 portes.
Bien conçue , aérodynamique et légère l’AX bat des records de consommation
 Met de AX, die de LNA vervangt, vinden de kleine stadsauto van Citroën hun merkidentiteit terug. De eerste maanden zijn moeilijk want de verkoopaantallen blijven achter, maar de keuze tussen drie motoren van 950, 1100 en 1360 cm3 gecombineerd met de komst van een sportieve versie en een gedurfde reclamecampagne geven een impuls aan het succes van deze kleine auto.
Vanaf 1988 wordt de AX ook verkrijgbaar met een 4 deuren carrosserie. Goed ontworpen, aerodynamisch en licht verbreekt de AX alle consumptierecords. De auto rijdt ook erg zuinig.

 With the AX, which replaces the LNA, Citroën’s small urban cars are reconnecting with the brand’s identity. However, the first months are difficult because sales remain low but the choice between three 950, 1100 and 1360 cm3 engines as well as the sports version revive sales as well as a daring advertising campaign.
In 1988 the AX will also be available with a 4-door body shell.
Well designed, aerodynamic and lightweight AX beats fuel consumption records.


Source /bron : Auto-Journal nr 14/15 sept. 1987
Vidéo réclame AX: https://youtu.be/fOn4digOIvM

72-1989 Citroën BX 16RS Evasion
 Universal Hobbies 1/43
 Le break BX est apparu cinq ans après l’introduction de la berline. Jusque là le break GSA était suffisant. Le Break BX apparaît donc en 1987 et bénéfice du restylage de la BX en 1988. Equipé des moteurs XU et XUD de la berline il emporte facilement 535kg de bagages grâce à sa suspension hydropneumatique. Le break est 17cm plus long que la berline et le volume utile maximum est de 1,8m3. Une série spéciale Evasion donnera finalement son nom à tous les breaks BX
Le break BX n’était pas fabriqué chez Citroën mais chez Heuliez qui avait participé à son élaboration.
De BX break verscheen vijf jaar na de invoering van de sedan. Tot dan was de break GSA voldoende. De BX break verschijnt zo in 1987 en ondergaat meteen net als alle BX’en een subtiele facelift in 1988.
Uitgerust met de XU en XUD motoren van de sedan, kan de auto makkelijk 535kg aan bagage aan dankzij haar  hydropneumatische vering. De break is 17cm langer dan de sedan en het maximale volume is 1,8m3. Alle BX break werden genoemd naar een speciale reeks “Evasion” ongeacht het niveau van uitrusting.
De BX break was niet vervaardigd door Citroen zelf maar bij  Heuliez die had deelgenomen aan de ontwikkeling ervan.

 The BX station wagon appeared five years after the introduction of the sedan. Until then the GSA station wagon was sufficient. The BX station wagon appears in 1987 and benefits from the restyling of the BX in 1988. Equipped with the XU and XUD engines of the sedan it easily carries 535kg of luggage thanks to its hydropneumatic suspension. The wagon is 17cm longer than the sedan and the maximum useful volume is 1.8m3. A special Evasion series will finally give its name to all BX breaks
The BX wagon was not manufactured by Citroën but by Heuliez, who had participated in its development.


Source / bron : http://deudeuchmania.over-blog.com/article-tour-d-horizon-la-citroen-bx-la-berline-du-renouveau-66969896.html

73-1989 Citroën XM
Universal Hobbies 1/43
 La XM remplace la CX  avec des motorisation essence 4 cylindres 2l et V6 3l ainsi que diesel et turbo diesel. Dessinée chez Bertone la voiture a un cx exceptionnel de 0,28 à 0,30 selon les versions.
Grâce à sa suspension hydropneumatique « hydractive » elle a un comportement routier souverain quelque soit l’etat de la route et la vitesse de la voiture.
La voiture est une cinq portes et une petite glace se lève à l’arrière lorsque le coffre est ouvert pour protéger l’habitacle des influences extérieures.
 De XM vervangt de CX met 2l 4-cilinders en 3l V6 benzinemotoren en diesel- en turbo dieselmotoren.
De auto, ontworpen door Bertone, heeft een uitzonderlijke cw-waarde van 0,28 tot 0,30 afhankelijk van de versie.
Dankzij de "hydractive" hydropneumatische vering heeft de auto goede wegligging ongeacht de staat van de weg en de snelheid van de auto.
De auto is een vijf deurs, en een kleine ruit komt omhoog wanneer de kofferbak wordt geopend, om het interieur  te beschermen tegen invloeden van buitenaf.


The XM replaces the CX with 4-cylinder gasoline engines 2l and V6 3l as well as diesel and turbo diesel. Designed at Bertone the car has an exceptional cx of 0.28 to 0.30 depending on the versions.
Thanks to its hydro pneumatic suspension «Hydractive» it has a sovereign road behaviour no matter the state of the road and the speed of the car.
The car is a five-door and a small window rises up at the rear when the trunk is opened to protect the cabin from external influences.


Source /bron : Auto-Journal nr 15/16 sept. 1989

74-1991 Citroën ZX Volcane
 Universal Hobbies 1/43
 La ZX remplace tout à la fois la Visa et la GSA et comble ainsi le trou entre l’AX et la BX.
La voiture est disponible dès le départ en quatre finitions Lors de son lancement en 1991, la ZX Reflex (1.4 l., 75 ch.), ZX Avantage (1.4 l., 75 ch.), ZX 'Aura (1.6 l., 90 ch.) et la ZX Volcane (1.9 l., 130 ch.). C’est alors la première voiture de série à être dotée d'une banquette arrière coulissante avec dossiers réglables et d'un train arrière auto-directionnel qui améliore beaucoup la tenue de route. En 1992 apparaît une version coupé 3 portes et en 1994 un break.
La base de la ZX fait l’unanimité sur sa tenue de route et sera utilisé comme base pour la 306.
La ZX fut fabriquée et vendue pendant 8 ans à 2.130.600 exemplaires. La ZX doit son succès a sa polyvalence et son style discret. La ZX sera aussi produite en Chine, avec un coffre classique  jusqu'en 2014.
 De ZX vervangt de Visa en de GSA en vult zodoende het gat tussen de AX en de BX.
De auto is vanaf het begin in 1991 beschikbaar in vier varianten: ZX Reflex (1.4 l., 75 PK), ZX  Avantage (1.4 l., 75 PK), ZX ' Aura (1.6 l., 90 c.) en de ZX-Volcane (1.9 l., 130 pk). Het is de eerste productieauto met een verstelbare achterbank met regelbare rugleuning en zelf bestuurbare achteras die de wegligging van de auto aanzienlijk verbetert.
In 1992 verschijnt een 3 deuren coupé en in 1994 een station wagon.  De basis van de ZX wordt unaniem geprezen voor zijn wegligging en zal worden gebruikt door Peugeot als basis voor de 306.
De ZX werd 8 jaar lang en in 2.130.600 exemplaren gemaakt en verkocht. De ZX dankt zijn succes aan haar  veelzijdigheid en zijn discrete stijl. De Citroën ZX werd ook worden geproduceerd in China, maar met een klassieke kofferbak tot in t 2014.

 ZX replaces both Visa and GSA, filling the gap between AX and BX.
The car is available from the start in four finishes When it was launched in 1991: the ZX Reflex (1.4 l., 75 hp.), ZX Advantage (1.4 l., 75 hp.), ZX 'Aura (1.6 l., 90 hph.) and ZX Volcane (1.9 l., 130 hp.).
It is the first standard car to be equipped with a sliding rear seat with adjustable backs and a self-directional rear gear that greatly improves road handling. In 1992 appeared a coupe version cut 3 doors and in 1994 a station wagon
The base of the ZX is unanimous on its handling and will be used as the base for the 306.
The ZX was manufactured and sold for 8 years at 2,130,600 copies. The ZX’s success is due to its versatility and discreet style. The ZX will also be produced in China, with a classic trunk until 2014.


Source / bron : https://www.autoencyclopedie.com/zx-1991-1998.html

75-1993 Citroën Xantia
Universal Hobbies 1/43
 La Citroën Xantia remplace la BX qui a été produite pendant 14 ans. Cette nouvelle auto est une Citroën pure avec bien sûr une suspension hydropneumatique équipée du système Activa de la XM sur les variantes les plus puissantes et luxueuses. Elle aussi le même essieu directionnel ; que la ZX ce qui lui confère avec la suspension Activa une tenue de route tout à fait exceptionnelle sans roulis et ceci sans que le confort soit diminué.
La Xantia reçoit au début les moteurs de la BX essence et diesel ainsi qu’un tout nouveau moteur de 150 ch.
En 1996 apparaît le break et en 1997 une version avec le V6. PRV sera disponible.
La Xantia sera remplacée en 2002 par la C5.
 De Citroën Xantia vervangt de BX welke  14 jaar lang werd geproduceerd. Deze nieuwe auto is een echte Citroën met natuurlijk een hydropneumatische vering die uitgerust is met het Activa systeem van de XM-op de meest krachtige en luxe varianten. De auto heeft  ook de dezelfde directionele achteras als de ZX wat in combinatie met de Activa vering een heel uitzonderlijke wegligging zonder slingering aan de auto geeft.
De Xantia kreeg in het begin dezelfde benzine- en dieselmotoren als de BX, maar ook een nieuwe 150pk sterk motor.  In 1996 verschijnt de station uitvoering en in 1997 een versie met de V6. PRV is ook beschikbaar. De Xantia werd tot  2002 gemaakt en wordt vervangen door de C5.

 The Citroen Xantia replaces the BX, which has been produced for 14 years. This new car is a pure Citroën with of course a hydropneumatic suspension equipped with the Activa system of the XM on the most powerful and luxurious variants. It also has the same directional rear axle; that the ZX gives it with the Activa suspension a completely exceptional handling without rolling and this without the comfort being diminished.
The Xantia initially receives the gasoline and diesel engines as the BX as well as a brand new 150 hp engine.
In 1996 the station wagon appears and in 1997 a version with the V6. PRV will be available.
The Xantia will be replaced in 2002 by the C5.


Source / bron : https://www.autoencyclopedie.com/xantia-1993-2001.html


Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire